Column Erina: Spontaan
Column Erina: Spontaan

Column Erina: Spontaan

Kunst & Cultuur

Verhuizen. Soms moet het, soms is het leuk. Mijn vriendin ging verhuizen en zocht inpakkers. Daar zeg ik geen nee tegen. Inpakken is een vorm van schatgraven. Achterin de kast vind je de meest onwaarschijnlijke dingen. Naast de verhuisdozen stond een doos voor de kringloop. En daarnaast een grote, donkergrijze vuilniszak. Als de eerste doos werd afgekeurd, mochten dingen in de tweede. In het uiterste geval was de zak toch beter. 

De voorraadkast was saai. Er stonden blikken bonen in die een houdbaarheidsdatum hadden van rond de eeuwwisseling. Ze stonden niet bol maar ze hoorden toch het best in de donkergrijze afvalzak. Datzelfde gold voor een pak muesli, dat op onverklaarbare manier was veranderd in een blokje beton. En zo ging er maar weinig noodvoorraad mee. Als voorbereiding op de mogelijke tweede golf in het najaar, heb ik aangeraden toiletpapier en kippensoep in te slaan. 

Op tafel lagen een paar rare ronde ijzerdraadjes. Die gooide ik in de kliko. Mijn vriendin was blij met mijn opruimwerkzaamheden, tot ze naar die draadjes vroeg. Het bleken veren te zijn die in de lampen moesten. Vanwege de inpakwoede lagen ze even op tafel. Zo kon ze passen en meten om ook de lampen in een doos te krijgen. Zonder veertjes kreeg je de lamp nooit meer in elkaar. Ik kon niet anders dan aanbieden de kliko op z’n kop te zetten. Het voordeel was dat haar voorraad siliconen-handschoentjes onuitputtelijk leek. 

In de middag had ze sjouwers geregeld. Dat waren de beroerdsten niet. Alles wat ze tegenkwamen, stopten ze in dozen. Om die vervolgens op hun aanhangertje te stapelen voor transport. Het werd een flinke toren, maar de veren van de aanhanger gaven geen krimp. Opeens leek haar complete inventaris zomaar op een aanhanger te passen, in anonieme dozen die overal naartoe kunnen gaan. 

De lege ruimten kregen een poetsbeurt, waar wij voor achterbleven. Dat was nog gewoner dan op vrijdagmiddag thuis. Tegen de tijd dat we zelf ook naar het nieuwe huis zouden gaan, viel het me pas op. Mijn tas was weg. Waar had ik die in de chaos toch neergezet? Mijn autosleutels zitten erin! En mijn eigen huissleutel natuurlijk ook. Net als mijn telefoon. Alle lege ruimtes waren van stofwolken en de laatste papiertjes ontdaan. Hulpeloos keek ik mijn vriendin aan. Op het moment dat ik iets wilde gaan zeggen, was zij eerst. “ Ja, je mag meerijden,” zei ze spontaan.