Op de koffie bij Michael van Creij, wijkagent Nistelrode/Vorstenbosch
Op de koffie bij Michael van Creij, wijkagent Nistelrode/Vorstenbosch

Op de koffie bij Michael van Creij, wijkagent Nistelrode/Vorstenbosch

Op de koffie bij

Ik had er geen idee van dat de mensen bij de politie vier keer per jaar een test moeten afleggen in het kader van beroepsvaardigheid en fysieke vaardigheid. Hoewel Michael van Creij van huis uit een goede en geoefende zwemmer is, zijn er toch elementen in de vaardigheidstest waar je niet te licht over moet denken, vindt hij. Zijn test verliep ook deze keer weer goed, maar vooral de combinatie van conditie en de mentale mogelijkheid de knop om te kunnen zetten is belangrijk, Hij ervoer het zelf tijdens een voetachtervolging waarbij hij over twaalf schuttingen moest klimmen.

Heb je altijd al politieagent willen worden, vraag ik hem. Nou nee, Michael heeft eerst twee jaar bij de koopvaardij gezeten als maritiem officier. Daarna ging hij naar de Mariniers en is daarmee voor defensie overal naar toe gegaan. Dat was minder leuk voor zijn vriendin; steeds weer onverwacht voor langere tijd van huis. Omdat het avontuurlijke toch trok, heeft hij daarna bij de politie gesolliciteerd: “Ik weet nu niet wat ik over vijf minuten doe. Ik ontmoet heel veel mensen van allerlei pluimage en karakter. Als er problemen zijn, sta ik vooraan om een oplossing te zoeken.”

Maar hoe word je dan wijkagent in Nistelrode/Vorstenbosch? “Ik heb twaalf jaar als agent en hoofdagent in Bernheze gewerkt. Dat was leuk, het teamwerk trok me wel. Maar toen werd ik in de Ruwaard geplaatst om dienst te doen in een probleemgebied en na een jaar werd ik bevorderd tot wijkagent. Omdat je niet bevorderd kunt worden in je eigen cluster binnen de politie, werd ik wijkagent in Nistelrode/Vorstenbosch. Een prachtige functie met veel zelfstandigheid, waarbij ik invulling mag geven aan de manier waarop. Zo gebruik ik de moderne media voor mijn werk om hulp te krijgen bij het oplossen van problemen. De snelheid en korte berichtgeving zijn ideaal voor een bliksemactie. De dorpse mentaliteit hier vind ik heel fijn, iedereen groet en kent elkaar. Bovendien wordt hier eerst gekeken of een ‘probleem’ zelf opgelost kan worden en daarna wordt er pas aan de bel getrokken.”

Als ik dan echt nieuwsgierig word naar de gebeurtenissen met de meeste impact, aarzelt Michael geen seconde. “Als brigadier van dienst wordt je ook voor noodgevallen opgeroepen. Ik heb drie keer een baby moeten reanimeren. Twee keer kwam dat door toedoen van een van de ouders en eenmaal doordat het kindje niet uit een koortsstuip kwam. Als een van de ouders verdachte is, voel en zie je dat meteen. Helaas hebben geen van de baby’s dit overleefd. Dat waren heel zware gebeurtenissen. Het eerste kindje was door de vader door elkaar geschud en bij het tweede kindje had de verslaafde moeder het kind vergeten te voeden. Dat vergeet je nooit!”

Heb je ook een hilarisch voorval, waag ik te vragen. Nou dat heeft hij. “Ik reed met een collega richting A59, toen we werden opgeroepen naar een rode auto uit te kijken. Die vonden we, met de vrouw achter het stuur en de man in paniek buiten. De vrouw had heftige weeën die elkaar snel opvolgden en de man wist niet meer wat hij in de pufcursus had geleerd. We hebben de vrouw op de achterbank van de dienstauto gezet. Die was net voorzien van een schone beschermingsfolie. De ambulance was onderweg, maar daar wachtte het kindje niet op. Toen het zover was, hebben we via de radio instructies gekregen hoe het hoofdje te draaien en de baby op te vangen. Ik had rubber handschoenen aan en was volgens de collega dus de aangewezen persoon om de handelingen uit te voeren. Zo hield ik een prachtig kind in mijn armen toen de ambulance arriveerde. Iets over bevallingen wist ik gelukkig wel omdat mijn vrouw net een maand ervoor was bevallen. Ons kindje kwam helaas niet levend ter wereld.”

Daar word ik dan toch stil en verdrietig van, maar voor Michael was het een bevestiging dat kinderen krijgen prachtig is. Hij wil ook nog wat kwijt over de kracht van burgers zelf. Terwijl hij in Oss reed, werd hij eens op zijn privénummer gebeld door Tonny van Es van ’t Tramstation uit Nistelrode. Die meldde dat er bij de kerk fietsen werden gestolen. Even later belde Jack Martens ook en meldde meteen dat er een witte auto stond met een persoon. Voor Michael was het toen een fluitje van een cent om de dader in te rekenen, nog voordat de melding vanuit de centrale kwam. Michael besluit: “als je iets ziet wat niet in de haak is, bel dan met 112. Is het geen politiezaak, dan kunnen we altijd verder helpen, met verwijzen naar de juiste persoon of instantie.”





Op de koffie bij Michael van Creij, wijkagent Nistelrode/Vorstenbosch