Column Erina: Appeltaart
Column Erina: Appeltaart

Column Erina: Appeltaart

Kunst & Cultuur

Mijn oma is 93. Dat is best oud. Ze woont in een gewone straat met gewone buren. Soms spreken ze elkaar. Dan vragen ze hoe het ermee gaat. Mijn oma zegt altijd ‘goed’. Jarenlang heb ik gedacht dat ze daarmee bedoelde dat het goed met haar ging. Nu weet ik dat ze denkt dat het netjes is als ze dat zegt. Eigenlijk bedoelt ze, dat ze het niet leuk vindt dat ze alleen woont. Dat ze baalt dat ze niet meer met twee treden tegelijk de trap op kan. En dat ze zich graag in allerlei discussies zou willen mengen. Omdat ze ook een mening heeft, maar helaas niet zo handig is met de computer. Het verschil tussen Zoom en YouTube is best wel lastig te ontdekken, als niemand je dat uitlegt.

Ik ben dol op mijn oma. Vroeger ging ik bij haar spelen en bakten we samen appeltaart. Maar toen ik ging studeren, had ik daar geen tijd meer voor. Ik leefde mijn eigen leven, feliciteerde haar met haar verjaardag. Ik ging er van uit dat ik haar die felicitaties de rest van mijn leven zou kunnen geven. Totdat opa ons ontviel. Vanaf dat moment werd oma oud, de sprankeling in haar ogen raakte langzaam doffer. We dronken soms nog koffie en lachten om vroeger, legden een kaartje. Het was zo zelden dat ik daar nog tijd voor had, dat ik het prima vond als oma zei dat het goed ging. Dan hoefde ik me verder nergens zorgen over te maken. En gingen we ieder ons weegs.

Laatst was ik in de buurt, kocht een appeltaart, en ging bij haar langs. Ik vroeg hoe het ging. ‘Goed’, zei ze, en keek verwachtingsvol naar de doos. Ik vertelde dat ik een appeltaart had, maar geen tijd voor een kopje koffie. Mijn baas wachtte op een klus die ik moest afmaken. Maar de appeltaart was toch zeker wel heel erg lekker! Oma schudde haar hoofd. Ze vond dat ze blij moest zijn, maar, voegde ze er aan toe, ze lustte geen appeltaart die ze in haar eentje zou moeten opeten.