Afbeelding

Agrarisch natuurbeheer werpt vruchten af!

Natuur & Dieren

BERNHEZE - Sinds 2016 is er een nieuw stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). De rijksoverheid droeg de uitvoering over naar de ‘Collectieven’ in de regio. Dit om een kostenefficiënter stelsel en meer effectiviteit voor de natuur te krijgen. Effectiever door een gebiedsgerichte aanpak: samenwerking met boeren en gebiedspartijen enerzijds. En anderzijds door te focussen op eisen van doelsoorten: zoals weide- en akkervogels. 

Monitoren akker- en weidevogels
Om het effect van het agrarisch natuurbeheer te kunnen bepalen is in een aantal werkgebieden voor akker- en weidevogels gemonitord. Meten is weten. Binnen onderzochte kerngebieden voor weide- en akkervogels is de soortenrijkdom, het aantal overwinteraars en het aantal territoria toegenomen sinds de invoering van het agrarisch natuurbeheer. Daarnaast zijn de aantallen hoger op locaties met agrarisch natuurbeheer dan op locaties zonder beheer. Met gepaste trots kan gezegd worden dat een gebiedsgerichte aanpak vanuit de collectieven werkt voor de doelsoorten in de werkgebieden.

Toename akkervogels
Op locaties met beheer zijn structureel meer soorten en in hogere aantallen aanwezig. De soortenrijkdom, zowel in de winter als in de broedperiode is gestegen sinds de invoering van het agrarisch natuurbeheer. Ook steeg er het aantal specifieke doelsoorten. Een kritische soort als patrijs komt alleen voor op locaties met beheer. Individuele telcirkels met de beste resultaten zijn telcirkels met beheerpakket “Wintervoedselakker”, “Vogelakker” of “Patrijzenrand”. Specifieke doelsoorten als veldleeuwerik en patrijs hebben ruim twee keer zo veel territoria op locaties met beheer.

Uitbreiding plasdras percelen wenselijk
Brabant heeft twee grote weidevogelgebieden waar al langer agrarisch natuurbeheer wordt toegepast. Dit zijn de kern van het Land van Heusden en Altena en de Beerse Overlaet. Het totaal aantal broedparen van zes kritische soorten weidevogels is er toegenomen sinds de invoering van het ANLb. Op locaties met beheerpakket “Golfplaatplasdras” worden de beste resultaten ten aanzien van broedparen weidevogels behaald. Een negatieve kanttekening is dat de reproductie van Grutto en Wulp te laag zijn om stabiele populaties in stand te houden, met uitzondering van werkgebied Heesbeensche Uiterwaard waar de wulp wel voldoende reproductie heeft. Extra plasdraspercelen in combinatie met kruidenrijk grasland is daarom gewenst.

Brede samenwerking
In Brabant is bij aanvang van het agrarisch natuurbeheer een nauwe samenwerking tot stand gekomen tussen boeren, Agrarische Natuurverenigingen, Agrarische Collectieven, Waterschappen, het Coördinatiepunt Landschapsbeheer en ZLTO. De laatste twee organisaties zijn vertegenwoordigd in Stichting ZeeBra, die haar expertise inzet ter ondersteuning van de Collectieven. Vrijwilligersgroepen hebben een essentiële rol gespeeld in de uitvoering van de tellingen.