Recensie boek Keerzijde van Oranje
Recensie boek Keerzijde van Oranje

Recensie boek Keerzijde van Oranje

Algemeen

OSS/NISTELRODE - "Mijn roots liggen ontegenzeggelijk in Nisterode, al zwierf ik na mijn schooltijd langs verschillende landen en steden. Ondanks de latere breuk met de gemeenschap, die op tal van zaken en mensen zijn weerslag heeft gehad en waaruit ik vele lessen heb getrokken, voelt het bijzonder nu toch maar weer mooi in dé krant van Bernheze te staan."

Dat was het intro van het artikel in DeMooiBernhezeKrant van begin november. Nu stuurt Ruud een recensie geschreven door Maria Boonzaaijer, auteur.

Een verbluffend goed boek.

De laatste jaren zijn er aardig wat romans verschenen over het thema NSB en de invloed die een dergelijk lidmaatschap van ouders op kinderen had, tot ver na de oorlog. Dat daar drama’s achter schuil gaan, is onderhand evident.

Auteur Ruud van der Linde benadert in Keerzijde van oranje dit heikele onderwerp op integere en originele wijze. Hij laat de molenaarszoon Gerard Vermeulen (86) aan het woord die zijn vaders verhaal vertelt aan een medepatiënte in het ziekenhuis waar hij herstellende is van een hartinfarct. Hij overziet zijn leven en dat van zijn vader en schetst een eerlijk beeld, waarin niets verdoezeld wordt, niets goedgepraat, geen ongemakkelijke waarheid onder tafel wordt geschoven.

In korte fragmenten, steeds verspringend in de tijd – hetgeen het boek een prettige dynamiek verleent – leren we vader Jan Vermeulen kennen als een eerlijke, hardwerkende molenaar en marskramer; een warmhartige man die vanuit de bittere nood in de dertiger jaren van de vorige eeuw de keuze maakt zich bij de NSB aan te sluiten, samen met zijn vrouw. “In het eerste jaar leek de door jouw moeder en mij gemaakte keuze nog niet zo verkeerd te zijn.” Hij heeft de gevolgen daarvan niet overzien en erkent nadien ruiterlijk zijn verkeerde inschatting.

Na de oorlog ervaart hij zijn gevangenschap in Kamp Vught – waar NSB’ers gedetineerd werden - als een boetedoening. Het knappe van Van der Linde is dat hij erin slaagt de lezer het gevoel te geven met de neus op vaders conflict te zitten als hij zich inlaat met de NSB die aanvankelijk zo veelbelovend is gezien de economische opleving in Duitsland. Je raakt betrokken bij het gezin en je houdt je hart vast.

De flamboyante stijl die ik ken vanuit Van der Lindes eerdere romans, heeft hij in dit boek getemperd. Dat doet het verhaal goed. Zijn taal is puntig, geen woord te veel. Hij zet in rake zinnen een sfeer neer die je meesleurt in het Brabant van die jaren. Ook laat hij scherp de keerzijde van het dorpse leven zien, de meedogenloosheid van de roddelende buurvrouwen, (“de mensheid is wreed en nog meer dan dat: enggeestig.”) de onmenselijk houding van de vertegenwoordigers van de kerk die op geld uit zijn. (“Goedemorgen mevrouw, ik vraag me af waarom u en uw man geen missen voor zijn overleden vader houden?”) Hij geeft blijk van een groot psychologisch inzicht en is een meester in karaktertekening.

Ik heb dit boek ademloos gelezen; al valt het onder de non-fictie, het leest als een thriller.