Column Erina: Te laat
Column Erina: Te laat

Column Erina: Te laat

Kunst & Cultuur

Mijn krant was er niet. Terwijl ik nog sliep, had de krantenjongen, of het krantenmeisje, mijn brievenbus overgeslagen. Voorbij gefietst. Vergeten. Het voelde helemaal verkeerd, toen ik een lege deurmat zag op de plaats waar een dubbelgevouwen krant hoort te liggen, als ik probeer wakker te worden. Zou er wat zijn? Was er geen nieuws dat gedrukt kon worden? Gisteravond had ik toch echt nog een journaal gezien. Daar wil ik de volgende morgen het fijne van weten. En daarom begint mijn dag pas goed nadat ik de krant op de keukentafel heb opengevouwen en mijn eerst slok koffie door mijn keel heb voelen glijden. Zonder krant kan ik niet wakker worden. 

Op school noemden ze me een boekenwurm. Ik las altijd alles, en soms kwam ik te laat op een afspraak omdat ik het hoofdstuk nog wilde uitlezen. Toen ik een jaar of veertien was, had ik een zaklamp waarmee ik stiekem onder de dekens kon lezen. Het dreigement van mijn moeder dat mijn ogen daar niet tegen konden, heeft nooit indruk gemaakt. Ik houd nog steeds van lezen. En van letters op papier. 

Beretrots was ik, toen bleek dat mijn verhaaltjes van de afgelopen tijd, samen in een boek zouden kunnen passen. Ze werden achter elkaar gelegd, er kwamen leuke tekeningen bij en nu ligt het allemaal bij de drukker. Te wachten om in veelvoud van de persen te rollen. Om door iedereen nogmaals gelezen te kunnen worden. Natuurlijk wilde ik dat aan mijn oma vertellen. Zij leest immers nog elke dag drie kranten, de Mooi Bernhezekrant niet meegerekend. Oma is mijn meest kritische lezer, en snapt waarom ik mijn dag begin met een krant en koffie. Toen ik haar vertelde dat de verhalen van Erina in een boek gestopt zouden worden, en zij er een zou krijgen, zei ze: “Dan kan ik toch wat lezen als de krantenbezorger te laat is.”