Column Erina: Geluk
Column Erina: Geluk

Column Erina: Geluk

Kunst & Cultuur

Het mag weer! Nu de corona onder controle lijkt, mogen we weer naar buiten. Met voldoende afstand kunnen we genieten van een terras in de zon. Als vanouds zit je wat onderuit en hoort nauwelijks het zachte muziekje, dat regelmatig wordt overstemd door windvlagen van gemurmel. Ik wist niet dat ik de schuimige smaak van cappuccino zo erg had gemist. Het koekje op het schoteltje kauwde nog nooit zo heerlijk, de gesprekken waren nog nooit zo inspirerend.

Ik laafde me aan luchtzoenen die door de lucht werden geblazen, aan zwaaigewapper alsof ik de koningin was, en aan een blijde glimlach als ik weer een oude bekende tegenkwam, die ik al veel te lang niet meer had gezien.

Ik wist niet dat je zo eenzaam kon worden van gedwongen thuis blijven. Terwijl thuis blijven het liefste was wat ik deed, omdat ik al van te veel mensen afscheid moest nemen. Ik wist niet dat ik gewone dingen zo gewoon vond, dat ik ze pas bijzonder ging vinden toen ze bijzonder werden. En dat ik ze zo zou missen, die simpele ontmoetingen met vrienden, het praatje als je over een winkelkarretje hangt omdat je een bekende tegen het lijf liep.

Ik werd er overmoedig van, zomaar afspreken in de zon. Genieten van de langste dag. De zomerjurkjes op een rij uit de kast. Het tennisracket is opnieuw bespannen. De ballen voor de jeu de boules heb ik afgestoft. De competitie kan weer bijna beginnen, zolang we om beurten meten welke bal het dichtst bij de but ligt.

Ik vind het heerlijk dat het warm wordt. Misschien ga ik puffen omdat ik het niet meer gewend ben. Misschien krijg ik een gevoel van smeltend ijs omdat de opwarming wel heel hard opwarmt. Maar alles beter dan bang zijn voor waterdruppels die een dodelijke lading kunnen hebben.

Zelfs de vrienden aan de andere kant van het land, wagen zich weer op het Brabantse platteland. Ze zouden in het weekend komen afzakken. Met alle kinderen, hond en verhalen hoe het daar wel meeviel en hoe ze ons en onze heerlijke omgeving hadden gemist. Ze wilden wandelen in het bos, mijmeren op een bankje en alle zorgen vergeten met een koud biertje en een zacht wijntje in de hand.

Ik heb ze welkom geheten. We hebben gewandeld, gemijmerd en zorgen vergeten. Maar vooral hebben we ons herinnerd dat we gelukkig mogen zijn omdat we heel veel geluk hebben gehad.