Column Erina: Graven
Column Erina: Graven

Column Erina: Graven

Kunst & Cultuur

In mijn tuin heb ik een officiële vogeldrinkschaal. Hij staat op een paaltje, zodat mijn katten de drinkers niet kunnen besluipen. Er komen regelmatig vliegende bezoekers waar ik de naam niet van weet, maar die blij gebruik maken van mijn verse kraanwater. Het allerleukste is een roodborstje. Het is niet toevallig dat roodborstjes tegen het raam tikken. Zij zijn namelijk helemaal niet bang voor mensen. Zit ik buiten in mijn stoel en hoor ik gespetter, dan weet ik dat er weer een roodborst is aangeland. Ze badderen, knoeien de helft van het water over de rand, en gaan weer. 

Eigenlijk begon het me een beetje te vervelen. Ik vind vogels leuk, maar kikkers nog veel leuker. Kikkers práten met elkaar. Vroeger ging ik graag stilletjes aan de sloot zitten. Niet midden op de dag, dan slaapt iedereen. De sloot is het leukste aan het begin van de avond. Als de zon langzaam ondergaat, worden kikkers wakker. Ze houden tot laat vergadering. Aan de slootkant kan je horen hoe links een monotone kikker kwaakt, die wordt beantwoord door wat opgewonden kreten uit het riet. Om dan in de rede te worden gevallen door een hele familie die zomaar opeens met z’n allen begint. En tegelijkertijd weer stopt. Kikkervergaderingen zijn honderd keer leuker dan die dingen op kantoor. 

Ik wilde dus een echte vijver. Een diepe vijver bovendien, zodat kikkers er hun winterslaap kunnen houden, hun jonkies maken en kikkerdril er goed kan groeien. In het tuincentrum wist de tuinman een gouden advies: graaf een waterton in. Zo’n veel te groot uitgevallen speciekuip. Hij had er toevallig eentje staan van vijfhonderd liter. Vijfhónderd! De regenpijp van mijn dakgoot kan er ook in afwateren. Hoe natuurlijk leuk is dat? 

Het kostte de tuinman niet veel moeite om me te overtuigen. In het tuincentrum kon ik net over de rand kijken, zo hoog. Er omheen lopen is al gauw tien stappen, zo breed. Agressieve waterplanten gaan niet door de bodem, zo stevig. Maar meenemen op de fiets was wat moeilijk. Dat was geen probleem: tuinman bracht hem wel even langs.

Het gat in mijn achtertuin was half gegraven, toen tuinman met zijn bus voorreed. De laadruimte was halfleeg toen mijn vijver eruit was. Ik zwaaide hem na toen hij wegreed en wilde met het ding naar binnen.

Wat bleek? Vijfhonderd liter is breder dan een deur. En dieper ook.

Morgen ga ik opnieuw graven. In mijn voortuin.