Column Erina: Drie-en-twintig
Column Erina: Drie-en-twintig

Column Erina: Drie-en-twintig

Kunst & Cultuur

60 km per uur. Zo hard kunnen de dieren maximaal. Bij binnenkomst van De Maashorst word ik vrolijk welkom geheten. De snelheid staat op een bord als je net over het wildrooster bent gehobbeld. Het is rond etenstijd en na een week binnen zitten, maak ik een klein ommetje op de fiets. Snel reken ik uit dat de dieren bijna drie keer zo hard rennen als ik kan fietsen. 

Het is niet druk, dus de anderhalve meter afstand lukt zonder moeite. Aan de rand van een groot heidegebied, staat een familie op het fietspad. Vanuit de verte zie ik de opwinding. Met z’n allen kijken ze over de heide, terwijl de jongste heen en weer springt. Nog vóór ik echt dichtbij ben, begint hij al te roepen: “Daar zijn de TBisons! Kijk! De Bisons! Daar zijn ze!” Onderwijl maait hij met zijn armpjes richting heide. Zijn moeder maant hem aan de kant te gaan, en zo fiets is langzaam voorbij. “Kijk je uit dat ze je niet opeten?” roep ik vrolijk. Het jochie roept een enthousiast antwoord, dat verwaait in de wind. 

Ik rijd weer richting huis als ik vlak voor de bocht de Bisons zie. De grootste, donkerste en gevaarlijkste, staat plotsklaps een meter of tien verderop. Hij is de voorloper van de kudde, die bestaat uit nog drie grote dieren en een kleiner exemplaar. Dat is een schatje. Hij heeft een wollige vacht die er behoorlijk ongekamd uit ziet. De groten lopen er omheen. Een jonkie? Die beschermd zal worden tegen fietsers? Ik stap af en twijfel. 

De voorloper is het fietspad al overgestoken, de rest nog niet. Ze eten de berm leeg en zullen een voor een naar de overkant grazen. Als ik naar huis wil, zal ik dwars door de kudde moeten. De eerste van de groep rond het jonkie kijkt op. Heeft hij me gezien? Ik beweeg niet meer. Hij schudt zijn hoofd en steekt over.

Plots lijkt de tweede me recht aan te kijken. Ik raak in paniek. Maar dan steekt hij toch over, met het kleintje aan zijn zij. Ze kijken niet meer op en grazen verder. De laatste van de groep zet een stap in mijn richting. Ik verstijf, maar als hij uiteindelijk toch de anderen volgt, blaas ik mijn longen leeg. 

De zon is al bijna onder en de dieren uit het zicht. Voorzichtig stap ik langzaam op mijn fiets. Tot ik bij het hek ben, haal ik 23 kilometer per uur. 

Bisons komen niet voor in de Maashorst en dit kind bedoelt Taurossen